Hoofdmenu

Transcript | Tussen bestuur en burger

Liesbeth: Welkom bij participatiepraat in deze podcast ga ik, Liesbeth Rasker, praten met participatieprofessionals, bestuurders en ambtenaren. Ze zijn betrokken omdat ze allemaal vanuit een andere rol betere plannen, en beter uitvoerbaar beleid willen maken. In deze podcast geven ze een kijkje achter de schermen van een participatieproject waar ze bij betrokken waren. Ze delen hun successen, maar ook de uitdagingen die ze zijn tegenkomen. Want goede participatie plannen en uitvoeren dat is nog niet zo eenvoudig. Hoe zorg je voor onderling vertrouwen? Hoe maak je participatie toegankelijk voor zo veel mogelijk mensen? En hoe zorg je ervoor dat de inbreng van burgers echt een verschil maakt? Deze aflevering spreek ik met Carolien van Balen Peeters, zij werkte als strategisch omgeving manager bij omgeving luchtvaart. Een gevoelig onderwerp met veel stakeholders met tegengestelde belangen. Als omgevingsmanager sta je tussen burger, bestuur en politiek. En dat brengt een hoop uitdagingen met zich mee. Carolien welkom in onze podcaststudio, fijn dat je bij ons aan wil schuiven. Jij bent omgevingsmanager bij luchtvaart. Kun je heel even voor mij neerzetten wat je dan precies doet?

Carolien: Ja, ik ben inderdaad omgevingsmanager bij de directie Luchtvaart van het ministerie Infrastructuur en Waterstaat. Vanuit onze afdeling beheer en omgeving zetten wij omgevingsmanagers en adviseurs in om op alle verschillende projecten, programma’s en afdelingen die er zijn binnen de directie.

Liesbeth: En hoelang doe je dit werk al?

Carolien: Ik ben in 2019 begonnen bij het ministerie. En toen heb ik drie jaar gewerkt aan een programma Luchtruimherziening, als omgevingsmanager. En sinds begin van dit jaar werk ik als omgevingsadviseur heel breed voor de directie.

Liesbeth: Hoe kom je op zo’n plek terecht?

Carolien: Ik heb in het verleden gewerkt bij ingenieursbureaus en daar deed ik dan het omgevingsmanagement voor en uiteindelijk benaderd door IenW of ik dat ook in het luchtvaartdomein wilde doen.

Liesbeth: En nu zit je hier.

Carolien: Ja nu zit ik hier, en het is fantastisch.

Liesbeth: In een participatiepodcast, wat voor een rol heeft participatie binnen jouw domein? Binnen de luchtvaart.

Carolien: Nou dat is heel belangrijk. En dat geldt niet alleen voor onze directie Luchtvaart, we zijn een ministerie wat een ambitie heeft vastgesteld, namelijk dat we een departement willen zijn dat met de buitenwereld verbonden is. Waarin die burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties centraal staan. Daarnaast hebben wij binnen onze eigen directie de luchtvaartnota. Die stippelt de koers uit voor luchtvaart tot 2050. En daarin staat ook heel duidelijk dat de overheid de regie moet nemen op allerlei besluitvormingsprocessen in het dossier. Maar dat ze dat wel samen moeten doen met belanghebbende, dus we hebben daar een flinke opgave liggen als directie. Dus dat is eigenlijk dat we alle vraagstukken die er zijn op het gebied van luchtvaart dat we die samen oppakken met de omgeving.

Liesbeth: Ja belanghebbende, je noemt het al even, daar zitten natuurlijk ook burgers bij. Daar gaan we zo heen. Hoe zorg je ervoor dat je al die verschillende stakeholders kan bereiken?

Carolien: Dat is een hele goede vraag, en dat is best lastig. Bepaalde luchtvaart dossiers raken inderdaad bijna heel Nederland. Een van die dingen die wij ook in het omgevingsmanagementplan hebben is dat we de basis participatiekwaliteit willen toepassen. Die is ook samen met de bestuursraad opgesteld. En een van de eerste stappen daarin is eigenlijk dat je gaat kijken met wie je nou eigenlijk te maken hebt, welke stakeholders erbij betrokken zijn. Wie hebben daarin een verantwoordelijkheid, wie hebben daarin een belang? En dat is een van de eerste stappen in het opstellen van je strategie.

Liesbeth: En zeker bij het onderwerp luchtvaart lijkt me dat er enorme belangen zijn. Die heel erg tegenover elkaar kunnen staan. Waarbij het belang van de een heel belangrijk is, maar haaks staat op wat de andere groep wil. Hoe hou je dat in balans?

Carolien: Ik denk dat dat weer die basis is. Je begint met een analyse van met welke partijen heb ik allemaal te maken? En vervolgens ga je daar de gesprekken mee aan. Je merkt inderdaad wel dat in het luchtvaartdossier heel veel tegengestelde belangen zitten. Ik noem maar even, de luchtvaartsector heeft hele andere belangen dan directe omwonende. En het is zaak als omgevingsmanager om wel te zorgen dat je beide belangen ophaalt, inzicht in hebt. En dat je die ook meeneemt in de uiteindelijke afweging die je moet gaan maken.

Liesbeth: Kan je een voorbeeld geven van een project of van een situatie waarin dat lastig was, of waarin de uitdagingen lagen?

Carolien: Ja wat je bijvoorbeeld ziet is dat als we het hebben over het ophalen van de maatschappelijke belangen dat we daar vaak ook nog wel traditionele instrumenten inzetten. Zoals een bewonersavond of informatiebijeenkomst. En dat je daar niet de hele doelgroep mee bereikt, en dat is natuurlijk ook heel lastig om de hele maatschappij te bereiken. Maar ik denk dat wij als overheid daar wel wat creatiever in moeten zijn. In hoe we dan breed die belangen kunnen ophalen. Wij hebben dan bijvoorbeeld bij de Omgevingsraadschiphol de Participatieve Waarde Evaluatie toegepast. Dat was een online tool dat burgers zelf op de stoel werden gezet van een bestuurder of de overheid en moesten daar zelf keuzes gaan maken. En zagen dan ook gelijk wat de consequenties van die keuzes waren. Dus ik denk dat dat soort tools wel wat meer van de toekomst zijn.

Liesbeth: Heb je nog meer voorbeelden van participatiemethodes die goed werken bij dossiers als dit?

Carolien: Wat we ook doen binnen de directie Luchtvaart is dat we ieder jaar een onderzoek doen naar dat draagvlak voor maatregelen en beleid op het gebied van luchtvaart. Dus dat is ook een andere manier van ophalen wat er bij de Nederlanders leeft en speelt. En hoe ze over bepaalde maatregelen en beleid van luchtvaart denken.

Liesbeth: Is dat dan in de vorm van een enquête, of hoe wordt dat vormgegeven?

Carolien: Ja dat is een enquête, en volgens mij gaan ze ook de straat op om Nederlanders te bevragen.

Liesbeth: Het is natuurlijk best complexe materie, wat we al eerder zeiden: grote belangen, veel stakeholders. Hoe zorg je ervoor dat iedereen begrijpt waar het over gaat? Als het gaat over de burgerparticipatie?

Carolien: Dat is hartstikke belangrijk, luchtvaart is natuurlijk heel technisch. En het is aan ons om die complexe informatie ook toegankelijk en begrijpelijk te maken. We hebben bijvoorbeeld onze eigen website, luchtvaartendetoekomst.nl. We stellen factsheets op als er een besluit is genomen. We maken animaties als er een besluit naar buiten gaat. We hebben ook een keer een bij een bijeenkomst een VR-bril ingezet. En dan konden mensen de bril opzetten, en dan kregen ze te zien hoe bijvoorbeeld het luchtruim werkt. En dat werd dan ook uitgelegd. Dus dat soort dingen proberen we ook echt te doen om het begrijpelijker te maken.

Liesbeth: En merk je daar ook effect van?

Carolien: Ja zeker, mensen die die bril opzetten waarvan je denkt dat ze goed in het vakgebied zitten, en die dan zelfs nog verrast zijn van hoe bepaalde dingen werken. Dus je merkt zeker dat het werkt. En daarnaast investeren we ook echt tijd om bijvoorbeeld technische briefings te geven aan provincies, of aan andere stakeholders. Zodat zij ook echt goed in staat zijn om mee te denken en advies te geven aan ons.

Liesbeth: Hoe belangrijk zijn participatiemethodes nou juist op dit vlak?

Carolien: Ja heel belangrijk, wat ik net zei we hebben een ambitie als ministerie, en we hebben een ambitie als directie Luchtvaart en dat doen we echt niet om onze collega’s allemaal meer werk te geven. Dat doen we echt omdat we erin geloven dat ons beleid daardoor beter wordt. En dat heel veel kennis en creativiteit die er in de buitenwereld is die we opnieuw moeten benutten, en dat wij niet meer de partij zijn die in de toren in Den Haag zit en het allemaal maar bedenkt en waar het naar buiten komt met de boodschap ‘jongens dit is het’. Daar doe je de omgeving echt te kort mee, daar zijn we van overtuigd. Daarom vinden we het heel belangrijk om dat ook in ons werk terug te laten komen.

Liesbeth: Ik proef daarin dus ook dat je soms aan de binnenkant, dat je intern ook echt je zaak hard moet maken. Dat je daarvoor moet pleiten dat dit dus echt belangrijk is. Hoe wordt er gekeken intern naar dit onderwerp?

Carolien: Zoals net al aangegeven hebben we een omgevingsmanagementplan, door de directie opgesteld. Met daarin waar we nu staan, en waar we naartoe willen. En op welke manier we dat gaan doen. Dat plan is ook vastgesteld door alle MT-leden voor de directie dus de commitment is er absoluut. En wat we ook hebben gedaan is dat er een MT-lid ook verantwoordelijk is voor die directie brede omgevingsmanagementstrategie. En ook voor de borging van het realiseren van die ambities en ook voor de acties die we in het plan hebben gesteld. Dus vanuit dat MT-lid wordt ook het onderwerp eigenlijk continu ingebracht en het MT.

Liesbeth: Kan je iets vertellen over wat er in het plan staat?

Carolien: Ja we hebben dus samen met de directie Participatie en organisatie scan gedaan. Daar zijn we op zeven factoren doorgelicht, dat gaat van wat is het draagvlak op managementniveau. Maar gaat ook over het kennen en kunnen van de medewerkers binnen de directie. Het gaat over toegankelijkheid van informatie, zo zijn er zeven factoren. Daar komen dan cijfers uit. En we hebben gekeken van als we kijken van waar we staan en waar willen we dan naartoe? Dat plan hebben we opgesteld en dat is uiteindelijk besproken en vastgesteld.

Liesbeth: En dat is dan de leidraad?

Carolien: Ja dat plan geeft vooral aan hoe we de kaders kunnen bieden, om omgevingsgericht te werken. Wat er dan exact allemaal wordt gedaan, op het gebied van omgevingsmanagement en participatie dat bepalen de programma’s en projecten zelf.

Liesbeth: En kan je een paar voorbeelden geven van die projecten?

Carolien: Ja dat zijn de luchtvaartprojecten. Er zijn bijvoorbeeld een aantal druk bezig met de luchthaven besluiten van regionale luchthavens. We zijn natuurlijk bezig met Schiphol, daar is een vermindering van het aantal vluchten. Daar zijn we wat verder van aan het uitwerken. We zijn bezig met de herziening van het civiele en militaire luchtruim. Op het gebied van onbemande luchtvaart gebeuren heel veel projecten. Op het gebied van duurzaamheid zijn allerlei zaken die opgepakt moeten worden. Luchtvaartveiligheid, er zijn gewoon heel veel dingen die binnen luchtvaart gebeuren.

Liesbeth: Aan de ene kant heb je de belangen van bijvoorbeeld vliegvelden, aan de andere kant belangen van de burgers. Je hebt bewindspersonen die bepaalde dingen willen bereiken. Waar sta jij? Ben je er voor de burger of bewindspersoon? Wat is jouw plek?

Carolien: Voor de omgeving, en daar zitten eigenlijk al die partijen die je net zelf al noemt. Ik vind het belangrijk dat al die belangen op tafel komen. Dus inderdaad van de maatschappij, van de sector, van de medeoverheden. Dat is de rol van de omgevingsmanager, om die allemaal op tafel te hebben. En te zorgen dat die mee worden gewogen bij beleidsvorming of bij besluitvorming. Het is niet alleen het ophalen van die belangen, maar ook het stukje om die vervolgens mee te nemen in besluitvorming. En vervolgens ook weer uitleggen wat er mee gedaan is. Richting al die partijen waar je het hebt opgehaald.

Liesbeth: Heb je een voorbeeld van een casus waar dat heel goed is gelukt? Dat er een complex dossier lag waar uiteindelijk alle belangen zijn gehoord en er goed resultaat kwam? En ik ben ook wel benieuwd naar wat er gebeurt als je dit niet doet. Als je geen goed omgevingsmanagement toepast. Dat hoeft niet een eigen project te zijn, mag ook een ander voorbeeld zijn waarin goed duidelijk wordt hoe belangrijk het is om dit allemaal goed te managen.

Carolien: Wat je vaak hoort is dat de toegevoegde waarde van omgevingsmanagement is dat de er een draagvlak komt voor besluiten en meer vertrouwen. Maar tegelijkertijd snap ik ook wel dat dat begrippen zijn die heel lastig concreet te maken zijn. Je ziet natuurlijk wel de andere kant als je een besluit hebt genomen, en als aan de voorkant de omgeving onvoldoende is meegenomen. Dat dan aan de achterkant heel veel zienswijze kan krijgen, of heel veel burgerbrieven kan krijgen. Dat zijn eigenlijk allemaal uitingen over onvrede over het voortraject. Dus dat is een beetje als het niet goed gaat de consequenties.

Liesbeth: En heb je daar een voorbeeld van?

Carolien: Ja bijvoorbeeld is Lelystad waarbij we aan het begin in het gebied rondom die luchthaven stakeholders hebben meegenomen. Maar in een heel gebied verderop van de luchthaven dat bijvoorbeeld niet hebben gedaan. En die hebben we als een boemerang teruggekregen met ontzettend veel zienswijzen op een besluit.

Liesbeth: Ja dus eigenlijk is dat ook goed om door te krijgen hoe belangrijk het is om aan het begin iedereen mee te krijgen. Heeft dat dan ook het draagvlak intern versterkt?

Carolien: Wat denk ik helpt in ieder geval is als je omgevingsmanagement en communicatie een vast onderdeel maakt per project wat we doen. Dan heb je vanaf het begin af aan al een vaste plek. Dan hoef je je niet te bewijzen. Wat je nu wel eens ziet is dat bijvoorbeeld druk op planningen dat omgevingsmanagement dan nog wel eens als eerste geschrapt kan worden.

Liesbeth: We behandelen in deze serie verschillende succesfactoren voor participatie, een daarvan is dat de wensen en belangen van alle stakeholders inzichtelijk worden gemaakt en ook erkend worden. Hoe zorgen jullie ervoor dat dat gedaan wordt?

Carolien: Dat is dus ophalen bij die stakeholders. Daar heb je verschillende gesprekken voor, dat vervolgens ook vastleggen. Want je wil ook een stukje transparantie kunnen bieden in het traject daarna. In die besluitvormingsfase. Dus wat wij doen is dat we gesprekken voeren, we maken daar verslagen van en leggen dat vast in een systeem. Minsten zo belangrijk naast het ophalen en vastleggen is dat we als het besluit is genomen dat we ook verantwoording afleggen aan de stakeholders. Dat we de stakeholders ook meenemen in hoe die besluitvorming uiteindelijk heeft plaats gevonden. Dat we kijken van wat iedereen toen der tijd aan ons heeft meegegeven, en dat we dat mee hebben genomen en waar je dat terug kan vinden. Maar ook wat we niet hebben meegenomen en voor welke reden we dat niet gedaan hebben. Dus dat stukje transparantie over hoe die besluitvorming heeft plaatsgevonden dat is minstens zo belangrijk richting stakeholders.

Liesbeth: Wanneer de burger goed betrokken wordt bij een project is de kans groter dat ze de uitkomst als legitiem gaan zien. Legitimiteit is dus nauw verbonden met participatie. Elke aflevering kijken we naar een van de publicaties van het kennisknooppunt en deze keer is dat de snelstudie legitimiteit. Allereerst wat is legitimiteit nou precies? Nou wanneer iets legitiem is wordt het door men als goed of fair beschouwd. Legitimiteit gaat om gedeelde observaties. Zijn mensen het binnen een groep eens over de rechtvaardige procedures en wordt daar vervolgens aan voldaan. Dan mag je verwachten dat ze de uitkomst accepteren. Het is dus belangrijk dat de burgers het proces dat leidt tot het beleid zien als legitiem. Als participatieprofessional kan je een grote rol spelen in de legitimiteit. In de snel studie worden vier vormen van legitimiteit genoemd. Ten eerste heb je normatieve legitimiteit, hier spreken we van wanneer handelingen en gedachten beschreven in een beleidsvoorstel worden geëvalueerd. Ten tweede hebben we de procedurele legitimiteit, hierbij kijken we ernaar of het besluitvormingsproces eerlijk verloopt. Ten derde hebben we de politieke legitimiteit, hier gaat er het erom hoe de overheid zich als autoriteit gedraagt. Is de manier waarop zij macht uitoefenen eerlijk? En de laatste vorm, de vierde vorm, is institutionele legitimiteit en hierbij gaat het er om wat er door maatschappelijke instituties met de uiteindelijke besluiten wordt gedaan. Wanneer partijen in overeenstemming met elkaar besluiten, dan is het legitiem. Alle vier van deze vormen van legitimiteit zijn erg belangrijk. Zeker bij ingrijpende veranderingen of moeilijke onderwerpen is het van belang dat de procedure en besluiten in ieder geval legitiem zijn. Voor participatieprofessionals betekend dat dat zij de integriteit van de participatieprocedures goed moeten bewaren. Jij kan ervoor zorgen dat mensen voldoende ruimte krijgen bij besluitvorming en zo het beleid sneller als legitiem gaan zien. Benieuwd naar praktijkvoorbeelden van legitimiteit? Ga dan even naar kennisknooppuntparticipatie.nl/publicaties. En hoe kan je nou het hoofd bieden aan hoogopgelopen emoties die hier natuurlijk ook bij komen kijken? Zeker aan de burgerkant kan ik me voorstellen dat het over ingrijpende scenario’s gaat. Hoe geef je die voldoende aandacht?

Carolien: Wat wij bijvoorbeeld zien we hebben een team luchtvaartbrieven binnen onze directie, dus die krijgen alle vragen die komen van burgers of andere organisaties en ook daarin zie je dat die emoties hoog oplopen. Je ziet dat in contacten met mensen. Maar je ziet het bijvoorbeeld ook op papier al heel erg. En daarvan hebben wij gezegd van we kunnen wel weer een brief terugsturen, en daar zijn we natuurlijk ook wel goed in als overheid, maar wat wij willen is dat er met de mensen contact wordt opgezocht. En dat betekent of een telefoontje of die mensen gewoon uitnodigen hier op kantoor.

Liesbeth: Wat levert dat op als ze daadwerkelijk hier komen, of als ze jullie gesproken hebben?

Carolien: Ja toch ook wel heel veel waardering, mensen zien toch ook wel heel vaak de overheid als een aantal gebouwen die in Den Haag staan. Maar daar werken natuurlijk ook gewoon allemaal ambtenaren die nota bene een eed hebben afgelegd dat we dit doen voor de samenleving. Dus je merkt dat mensen in eerste instantie vaak ook wel verrast zijn, dat ze worden gebeld. En dat ze het heel erg waarderen, je kan wat breder je gesprekken hebben dan alleen in de brief, dus je kan ook wel wat beter vertellen wat we doen en waarom we dat doen. En hopelijk ook zo betere gesprekken hebben.

Liesbeth: Dus eigenlijk zoiets simpels als een telefoontje heeft een enorme impact.

Carolien: Jazeker, en dan nog kan je daarmee niet alle zorgen of frustraties weghalen daar moeten we ook wel realistisch in zijn. Maar het gaat om het persoonlijk contact, en dat is voor heel veel mensen niet gewoon dat je dat hebt.

Liesbeth: Stel er komen boze brieven binnen, en je pakt de telefoon en belt ze op. Wat voor gesprekken komen daaruit voort? Heb je wel eens wat meegemaakt dat het echt hoog opliep?

Carolien: Ja ik heb natuurlijk zelf ook vaak genoeg met mensen om tafel gezeten en gesprekken gevoerd waarin inderdaad die emoties heel hoog opliepen. En dat is best ingewikkeld en ook echt wel moeilijk. En je kan daar allerlei trainingen voor volgen, over hoe om te gaan met emoties, maar als het in de praktijk echt gebeurt is dat heel pittig.

Liesbeth: Je kan ook niet altijd iets voor ze doen kan ik me voorstellen.

Carolien: Nee dat ook. Als mensen last hebben van bepaalde vliegroutes, we kunnen niet zomaar even een vliegroute even verleggen. Zo werkt het gewoon niet, dus je hebt vrij weinig perspectief om dan te bieden voor die mensen. Dus dat contact toch ook wel weer zoeken, en ook het luisterend oor bieden. Dat is wel heel belangrijk.

Liesbeth: En wat doet het met jou? Als je dan iemand aan de telefoon hebt gehad die emotioneel was over diens woongenot of woonplezier?

Carolien: Ik ben natuurlijk ook gewoon een mens, dus het zou gek zijn als ik dat naast me neer kan leggen en daar me zomaar overheen kan stappen. Ik vind dat ook heel moeilijk, en wat ik dan doe is ook even met andere collega’s praten. En even kijken of we niet toch nog iets kunnen betekenen en ik vraag even of ik het goed heb aangepakt. Je kan dan toch wel even je ei kwijt, want ook bij jezelf gaan je emoties omhoog op dat moment.

Liesbeth: Want als je dan terugdenkt aan een situatie waar dat inderdaad gebeurde, wat doe je dan?

Carolien: Volgens mij was het bij dit persoon dat de uitkomst was dat we er niet uit zouden komen. Dat er anders tegenaan gekeken wordt. En dat is dan de conclusie, we hadden wel een goed gesprek maar we kwamen niet heel veel dichter bij elkaar. En dan blijf ik erbij dat we het misschien niet over de uitkomst eens kunnen zijn, maar het gaat om hoe je met elkaar omgaat en het proces wat je doorloopt met elkaar. En ik denk dat als je dat goed doet, met respect voor de participanten en goed in contact staat met elkaar dat is dan meer mijn streven. Dan dat je het over de uitkomst eens gaat worden, want dat ga je in dit domein niet worden.

Liesbeth: En dan kan je nog met elkaar door een deur, en iedereen begrijpt wat de ander vindt, en dan is het zoals het is. En hoe breng je slecht nieuws over? Zijn daar nog speciale methodes voor om dat goed te laten landen?

Carolien: Ja ik ben ervan dat je altijd heel eerlijk en transparant moet zijn. Je moet dingen kunnen uitleggen en niet zeggen dit is het nieuws en we gaan door met de waan van de dag. Als dat soort dingen zijn moet je er ook tijd voor maken om dat soort dingen te bespreken, en vragen te kunnen beantwoorden. Je moet bereikbaar zijn ook, dat zijn allemaal dingen die ik heel erg belangrijk vind in ons werk.

Liesbeth: Is er een casus te noemen waar inderdaad op die manier die persoonlijke benadering ervoor heeft gezorgd dat de burgers vrede hadden met de besluiten die genomen zijn? Waar ze in eerste instantie misschien niet blij mee waren.

Carolien: Ja het kan natuurlijk zijn dat bepaalde besluiten politiek genomen worden, dus dat de omgeving er van tevoren niet bij betrokken wordt. Of dat de uitkomst niet gaat zijn zoals bepaalde participanten…

Liesbeth: … hadden aangegeven dat hun voorkeur had?

Carolien: Bijvoorbeeld. Wat ik dan in ieder geval heel belangrijk vind is dat je dan nog steeds naar buiten gaat en dat je dingen dan uitlegt en ook perspectief biedt. Dat is iets wat we sowieso veel meer moeten doen vind ik. En dat er een vervolgtraject kan komen, dat niet alles ophoudt bij een besluit nemen. Vervolgens wordt een besluit ook verder uitgewerkt en dat doe je ook samen met je omgeving.

Liesbeth: En zit je dan bij ze aan de keukentafel, of bel je ze op?

Carolien: In sommige gevallen wel, soms zit je in een bestuurlijk overleg met medeoverheden. Met andere partijen zit je aan tafel, je hebt avonden, je hebt online vraagmomenten.

Liesbeth: Ja, en perspectief bieden en zeggen wanneer we weer om de tafel gaan, dat klinkt ook als het uitstellen van iets. De situatie verandert dan niet.

Carolien: Nee, maar ik denk dat participanten ook wel behoefte hebben aan duidelijkheid wanneer ze nog wel dingen kunnen inbrengen. Het besluit verandert niet, maar het verdere uitwerken van het besluit dat ze daar nog invloed op kunnen hebben dan is het goed dat je dat van tevoren aangeeft. Wanneer dat is en waarover dat dan precies gaat.

Liesbeth: Is er eigenlijk veel vraag naar burgerparticipatie vanuit de burgers zelf?

Carolien: Ja vanuit alle dossiers, je ziet de beweging dat de burgers meer mee willen denken en helpen bij besluiten van de overheid.

Liesbeth: Wat vind je daarvan?

Carolien: Ja ik vind het een hele goede ontwikkeling. Ik denk dat als je dat negeert als overheid dat je dan de burger ook echt te kort doet. Er zit heel veel kennis bij de burger, heel veel creativiteit daar kan je beleid alleen maar beter van worden.

Liesbeth: Dus het belang van burgerparticipatie vind jij heel groot?

Carolien: Ja volgens mij is overduidelijk dat het heel veel meerwaarde heeft als we het doen. We moeten inderdaad meer met elkaar kijken naar hoe we dat kunnen doen op een manier dat je iedereen erbij betrekt als dat kan. Van tevoren is dat heel belangrijk dat je die participatiekwaliteit heel goed bepaald waarover je wil dat geparticipeerd wordt. En er zijn wel dingen waar je dat soms ook niet bij wil, daar zijn dan verschillende redenen voor.

Liesbeth: En hoe maak je de keuze waar je wel participatie over wil en waar niet over?

Carolien: Je moet daar vanaf het begin af aan het gesprek daar over hebben. Met elkaar intern van hoe gaan we dit doen, en met welke stakeholders te maken hebben. Je stelt een plan op en gaat de stakeholders daar ook bij betrekken, dus je doet het echt samen met de participanten. Ook dat proces van wanneer, hoe en waar over?

Liesbeth: En de terugkoppeling af.

Carolien: Ja dat zit daar ook in.

Liesbeth: Heb je nog een gouden tip voor collega’s die met hetzelfde onderwerp zitten?

Carolien: Ik denk vooral ga veel naar buiten, participatie moet eigenlijk niet iets zijn wat je doet op bepaalde momenten wanneer je iets nodig hebt. Ik vind dat je vooral ook in moet zetten op relatiemanagement, dat je eigenlijk gewoon structureel het gesprek voert met de omgeving en niet alleen op het moment dat je iets van ze nodig hebt. Je moet eigenlijk altijd je voelsprieten in die omgeving hebben en weten wat er leeft en wat er speelt. En daarvoor moet je benaderbaar zijn en zichtbaar in de omgeving. Dus ga vooral naar buiten.

Liesbeth: En dat is ook nog wel een goede ja, niet alleen op momenten dat er iets van ze nodig is maar voortdurend. Heel erg bedankt voor je tijd.

Carolien: Graag gedaan.

Liesbeth: Carolien weet hoe belangrijk het interne draagvlak is. Voor participatieprofessionals is het een uitdaging om ruimte en tijd te krijgen voor participatie. Je moet het echt porberen te verankeren in de organisatie en ervoor blijven vechten. Dit was participatie praat, ben je benieuwd naar alle praktische tips uit de snel studielegitimiteit, je kunt de handreiking vinden op kennisknooppuntparticipatie.nl/publicaties.

Cookie-instellingen