Van G1000 tot burgerberaad
Het vertrouwen in de (lokale) politiek schommelt al jaren. In 2014 bereikte de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen een nieuw historisch dieptepunt. In een poging de burger een belangrijkere stem te geven, gingen diverse lokale overheden daarop naar Belgisch voorbeeld experimenteren met deliberatieve G1000’en, burgertoppen en burgerberaden.
In het kort
Drie dagen na de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014 bespraken bijna 700 mensen in de Amersfoortse Rijtuigenloods wat zij belangrijk vinden voor Amersfoort. Deze allereerste ‘G1000’ van Nederland diende als inhoudelijke aftrap van de collegevorming. Na een dag ‘delibereren’ - onderling en met vertegenwoordigers van gemeente en maatschappelijke partijen - stelden de gelote burgers een Agenda voor Amersfoort vast. Daarin formuleerden zij tien voorstellen (onder andere op het gebied van duurzaamheid en veiligheid) waarmee de lokale politiek (en de Amersfoorters zelf) in de komende vier jaar aan de slag moesten gaan. Achteraf bleken de voorstellen van de G1000 Amersfoort nauwelijks te hebben doorgewerkt in de raads- en beleidsagenda van de gemeente Amersfoort. Toch vormde deze burgertop een aanzet tot een serie G1000-en en andere lokale burgerberaden in andere gemeenten.
Wat gebeurde er precies?
Het ging er bepaald niet rustig aan toe in de lokale politiek van Amersfoort sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2010. “Echt vier jaar lang een vechtraad”, aldus een raadslid. In dezelfde periode deed de gemeente positieve ervaringen op met burgerinitiatieven, zoals Het Nieuwe Samenwerken. Daarbij werkten bewoners, ambtenaren en wethouders gelijkwaardig samen, met als resultaat onder meer de ontwikkeling van stadspark Elisabeth Groen.
De combinatie van politieke onrust en succesvolle ervaringen met burgerinitiatieven maakte de politieke geesten rijp om de zaken anders te gaan pakken. Eind 2013 benutte Amersfoorter Harm van Dijk dit momentum. Vanuit zijn professionele loopbaan als groepscoach en trainer had Van Dijk ervaring met eigenaarschap en zelfsturing in autonome groepen. Hij wilde zijn ervaringen en inzichten toepassen op grote groepen burgers die zich samen buigen over wat hen bindt in de publieke zaak. Nadat hij in Buitenhof een interview zag met de Belgische G1000-initiatiefnemer David van Reybrouck, raakte Van Dijk geïnspireerd om ook in Amersfoort een G1000 te organiseren.
Het idee van de G1000 was dat daarin 1.000 gedeelde ervaringen in één dag werden omgezet in concrete beleidsvoorstellen (de G van G1000 staat - geïnspireerd op de G8 en de G20 - voor ‘Group’). Aan het einde van de dag zouden de gelote burgers tien plannen vaststellen voor een Agenda van Amersfoort, die tot slot konden worden aangeboden aan het college en de gemeenteraad.
Eind 2013 rekruteerde Van Dijk vanuit zijn netwerk tien invloedrijke Amersfoorters die zich als ambassadeurs aan dit idee verbonden, waaronder wethouder Mirjam Barendregt. Het college van Amersfoort liet al snel weten de G1000 als een mooi initiatief te zien dat paste binnen haar beleid om actief burgerschap en democratische innovatie te stimuleren. Daarnaast zagen zowel het college als de initiatiefnemers een plaats voor de G1000 in het naderende formatieproces. Daarom werd de G1000 op 22 maart 2014 georganiseerd, drie dagen na de gemeenteraadsverkiezingen.
Het vooraf gestelde doel was dat er tijdens de G1000 600 gelote burgers aanwezig zouden zijn. De overige 400 plekken zouden worden gevuld volgens het principe ‘het hele systeem in de zaal’: politici, ambtenaren, ondernemers, kunstenaars, ondersteund door tafelsecretarissen die de gesprekken zouden begeleiden. Alle deelnemers deden mee aan het ontwikkelen van de voorstellen, maar alleen de gelote burgers mochten uiteindelijk bepalen welke voorstellen de top tien zouden uitmaken. Uiteindelijk lukte het om op 22 maart totaal 680 mensen aanwezig te krijgen, waaronder ongeveer 450 gelote burgers. Onder de overige deelnemers waren slechts een tiental toenmalige gemeenteraadsleden, verdeeld over het hele politieke spectrum. Als reden voor hun afwezigheid gaven sommige lokale politici aan dat zij ziek waren geworden na een intensieve campagne; andere waren alweer druk bezig met de formatie (Boogaard & Binnema, 2015).
Aan het begin van de dag bepaalden deelnemers met elkaar zes thema’s die besproken zouden worden. Vervolgens gingen deelnemers aan 49 tafels één thema uitwerken. Uiteindelijk leidden dit tot concrete voorstellen van alle 49 tafels, die na afloop van de drie ronden in een grote cirkel werden gepresenteerd. De gelote burgers brachten elk vier stemmen uit door stickertjes te plakken bij de voorstellen. Daarmee bepaalden zij een top tien die de Agenda van Amersfoort opleverde, met tien verschillende voorstellen - onder andere over duurzaamheid, veiligheid en het verbeteren van de sociale cohesie - waar de lokale politiek én de Amersfoorters zelf mee aan de slag moesten gaan.
Aan het einde van de dag werd de Agenda van Amersfoort aangeboden aan de burgemeester. Hij nam de agenda aan, maar kopte de verwachtingen behendig door naar de samenleving. “De stad moet het oppakken!”, sprak hij. “Als het daar niet gebeurt, gebeurt het niet.” Daarna werden de deelnemers gevraagd zich aan te sluiten bij één van de themagroepen, die aan de slag gingen met de uitvoering van de tien voorstellen. 180 deelnemers deden dit.
In eerste instantie liet het nieuwe college van B&W nog weten in ‘de aankomende tijd’ te gaan kijken hoe een en ander van de Agenda kon worden ingevuld. Wetenschappelijk onderzoek (Boogaard et al 2016) liet zien dat er echter geen duidelijke sporen van de G1000 in de raads- en beleidsagenda waren te vinden. Deels kwam dit doordat sommige thema’s op de agenda te abstract waren geformuleerd voor een concrete toepassing. Daarnaast concludeerden de onderzoekers dat de Agenda niet zozeer was gepresenteerd als een ‘wensenlijstje’ voor de gemeenteraad (of voor het college), maar als een agenda waarmee de Amersfoorters vooral zelf iets moesten gaan doen. De themagroepen waarin bewoners hiermee aan de slag zouden gaan doofden - op twee uitzonderingen na - al vrij snel uit. Een deel van de themagroepen liep aan tegen vergelijkbare initiatieven die reeds waren ondernomen, en toen besloot zich hierbij aan te sluiten. Andere themagroepen liepen stuk op de taaiheid van het opstarten van iets nieuws of de onduidelijkheid van hun opdracht.
Hoewel de inhoudelijke doorwerking beperkt was, had de G1000 Amersfoort wel een procesmatige doorwerking. Zo raakten veel lokale politici in andere gemeenten enthousiast over het betrekken van burgers op een G1000-achtige manier. De G1000 Amersfoort werd opgevolgd door weer andere G1000’en in andere gemeenten (waaronder ook in Amersfoort) en door vergelijkbare vormen als burgertoppen en gelote burgerraden. Sinds de G1000 Amersfoort zijn in Nederland meer dan 28 G1000’en georganiseerd, met wisselende resultaten wat betreft politieke opvolging. En diverse gemeente overwegen in 2023 de - enigszins modieuze - inzet van een burgerberaad als participatie-instrument. Soms lijkt dat middel zelfs een doel op zich.
Meer weten over Van G1000 tot burgerberaad
In 2011 nam een groep Belgische burgers, waaronder schrijver David Van Reybrouck, het initiatief voor de eerste G1000 in België. Het land zat al een jaar zonder regering, tot grote onvrede van veel Belgen. Het doel van de G1000-burgertop was daarom om ditmaal (gelote) burgers aan het woord te laten. Zij gingen met elkaar in gesprek over (voorstellen voor) de toekomst van België.
Twee jaar daarna ging Van Reybrouck in zijn boek Tegen verkiezingen (2013) dieper in op de noodzaak van deze gelote burgerberaden. Hij introduceerde hierin het ‘democratisch vermoeidheidssyndroom’: veel burgers hadden volgens hem hun geloof in verkiezingen en politici verloren, terwijl de overheid in toenemende mate wordt gekenmerkt door bestuurlijk onvermogen en politieke verlamming.
Van Reybrouck concludeerde dat de democratie zich opnieuw zal moeten uitvinden. Daarbij zag hij een grote rol weggelegd voor deliberatieve burgerberaden, als aanvulling op de representatieve democratie. Die wordt zo samengesteld dat er een diverse en representatieve groep burgers deelneemt, vaak gebeurt dat door loting. Vervolgens gaan de gelote burgers met elkaar in gesprek (‘deliberatie’) om samen na te denken over oplossingen voor een bepaald probleem. Daarbij is de uitwisseling van argumenten belangrijker dan besluitvorming, en streven deelnemers zoveel mogelijk naar consensus over de uitkomsten.
In 2014, één jaar na verschijning van Tegen verkiezingen, daalde de opkomst bij de Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen naar een nieuw historisch dieptepunt van 53,8 procent. Voor veel gemeenten vormde deze lage opkomst - en het afnemende vertrouwen in de politiek - aanleiding om de burger een belangrijkere stem te geven. In veel coalitieakkoorden werd daarom voorgenomen om meer ruimte te geven aan bottom-up democratische idealen en burgerinitiatieven.
In verschillende Nederlandse gemeenten maakten burgers vervolgens gebruik van deze vruchtbare voedingsbodem. Geïnspireerd door het boekje van Van Reybrouck werden tal van deliberatieve burgertoppen georganiseerd, waarvan 28 onder de naam G1000. De laatste jaren komt ook vanuit gemeenteraden zelf steeds meer het initiatief voor het organiseren van (meestal) gelote burgerberaden. Zo organiseerden de gemeenten Amsterdam en Den Haag in 2021 en 2022 elk een geloot burgerberaad over klimaat en duurzaamheid. Ook in de gemeenten Haarlem, Den Bosch en Hogeland maakten hiervoor in die jaren plannen.
En zo kwamen burgerberaden meer en meer in de mode. Gaat het hier om een tijdelijke modegril of om een structurele aanvulling op onze representatieve democratie, zoals Van Reybrouck beoogde? En kunnen de burgerberaden helpen om de afstand en vertrouwensbreuk tussen politiek en burger te dichten, zoals vaak wordt beweerd? De tijd zal het leren.
Meer lezen
Lessen
Ank Michels (2022) formuleerde een aantal mooie lessen over burgerfora:
- Het burgerberaad (en de G1000) is een middel, geen doel op zich. Zet het alleen in als de politiek echt bereid is te luisteren naar de oogst, naar de inzichten en wensen van bewoners. En accepteer dat die misschien wat rommelig of onduidelijk zijn en niet passen binnen de politieke plannen die er al zijn. Wanneer er op voorhand beperkte bereidheid is om plannen (stevig) aan te passen, is het beter om te kiezen voor een burgerberaad met afgebakend onderwerp, zoals in Maastricht (gezondheid), Utrecht (energie) en Enschede (vuurwerk). Deze afbakeningen gaven meer richting aan de gesprekken en daarmee ook aan het resultaat.
- Uit onderzoek blijkt dat loting vaak onvoldoende is om een representatieve groep burgers deel te laten nemen aan een lokaal burgerberaad. De typische deelnemer blijft hoger opgeleid, geïnteresseerd in politiek en vaak al betrokken bij activiteiten in de wijk (Michels, 2022). Het kan helpen om specifieke, vaak ondervertegenwoordigde groepen direct te benaderen via sociale media, buurthuizen en religieuze instellingen. Of om mensen over de streep te trekken met een financiële tegemoetkoming, zoals bij de stadsgesprekken over duurzaamheid in Utrecht.
- Er is geen gouden standaard. Ga leren door te doen: geef deelnemers en organisatoren de kans om ervaring op te doen, fouten te maken en daarvan te leren. Deze lessen kunnen vervolgens worden meegenomen in toekomstige burgerberaden.
Bronnen
De informatie op deze pagina is gebasseerd op de onderstaande bronnen.
Bronnen: Wat gebeurde er precies?
- Boogaard, G., Michels, A., Cohen, J., Smets, P. G. S., Binnema, H., & Vlind, M. (2016) .G1000. Ervaringen met burgertoppen. Den Haag: Boom bestuurskunde.
- Boogaard, G. & Binnema, H. (2015). De G1000 Amersfoort - Reconstructie en analyse vanuit politiek-institutioneel perspectief. Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
- Michels, A. & Caluwaerts, D. (2017). De G1000 in België en in Nederland: analyse van een democratisch spanningsveld. Res Publica, 59 (1), pp. 61–87.
Bronnen: Meer weten over van G1000 tot burgerberaad
- Boogaard, G., Michels, A., Cohen, J., Smets, P. G. S., Binnema, H. & Vlind, M. (2016). G1000. Ervaringen met burgertoppen. Den Haag: Boom bestuurskunde.
- Extinction Rebellion Nederland. (2022, 6 december). Burgerberaad – Voorbeelden. Geraadpleegd op 19 januari 2023.
- Michels, A. & Caluwaerts, D. (2017). De G1000 in België en in Nederland: analyse van een democratisch spanningsveld. Res Publica, vol. 59 (1), pp. 61–87.
- Michels, A. (2022, 10 januari). Zes lessen over het burgerforum. Geraadpleegd op 19 januari 2023.
- Van Reybrouck, D. (2015). Tegen verkiezingen. Amsterdam: De Bezige Bij.
Lees het volgende verhaal