Sommige gemeenten geven hun burgers (mede)verantwoordelijkheid voor de besteding en verdeling van geld. Bewoners denken en beslissen mee over de verdeling van publieke middelen en krijgen zo meer zeggenschap en eigenaarschap over de voorzieningen in hun stad, wijk, dorp of straat.
In het kort
Met bezuinigen maakt een overheid zich meestal niet erg geliefd. En toch liet de gemeente Zeist haar bewoners juist daarover meedenken. In een ‘bezuinigingsdialoog’ vroeg de gemeente Zeist haar inwoners mee te denken over structurele bezuinigingen van 6,2 miljoen euro. Daarvoor werden acht expertcomités samengesteld uit burgers en andere belanghebbenden. Elk comité richtte zich onder leiding van een ambtenaar op een vooraf bepaald beleidsthema. Dit leverde na zes bijeenkomsten een reeks concrete bezuinigingsvoorstellen op, waarvan het merendeel is overgenomen door college en gemeenteraad. De gemeente Zeist kon hiermee tweederde deel van haar bezuinigingsopgave invullen.
Wat gebeurde er precies?
‘We stonden in 2011 voor de uitdaging om 10% te bezuinigen op onze totale begroting voor 2012. Een forse opgave. Normaal gaan ambtenaren hier mee aan de slag. Zij komen met voorstellen. Maar wij vroegen ons af: wat weten 400 ambtenaren nou meer dan 60.000 inwoners? We moeten de kennis van onze inwoners gebruiken. Hoe kunnen we deze het beste inzetten?‘, aldus directeur bedrijfsvoering René Grotens in een terugblik.
De gemeente Zeist moest vanaf 2012 structureel 6,2 miljoen euro bezuinigen. Hoe, dat wilde de gemeente samen met haar inwoners gaan bepalen. Daarvoor bedacht de gemeente de ‘bezuinigingsdialoog’. Deze dialoog zou zich concentreren rond acht thema’s waarin naar mogelijke bezuinigingen werd gezocht: Zorg en Welzijn, Burger en Buitenruimte, Sport, Cultuur en Toerisme, Ruimtelijke Ontwikkeling, Veiligheid, Onderwijs en Publiekszaken en Wijkgericht Werken.
Elk thema kreeg een eigen ambtenaar die verantwoordelijk was voor de begeleiding gedurende het gehele proces. Deze ‘Chefs de Dossier’ waren verantwoordelijk voor het samenstellen van een expertcomité waarin alle belanghebbenden op dat thema vertegenwoordigd waren. Via een stakeholderanalyse zijn alle experts (belanghebbende en deskundige inwoners en partijen) per thema in kaart gebracht. Sommige belanghebbenden waren al bij de gemeente bekend en konden direct worden uitgenodigd. Daarnaast werden via de media andere geïnteresseerden opgeroepen deel te nemen aan de dialoog. Uiteindelijk zijn voor de expertcomités 220 experts geworven, waarbij per thema tussen 20 en 30 experts meepraatten.
Bericht, CC0, via Wikimedia Commons
Elk comité kwam zes avonden bij elkaar, waarbij er naar voorbeeld van de Europese Commissie een zogenaamde groenboek- en witboekfase was. De eerste drie avonden vormden de groenboekfase: hierbij werd het probleem verkend en een visie ontwikkeld en vastgelegd in groenboeken. Vervolgens zijn deze groenboeken ter goedkeuring naar het college van B&W en ter kennisgeving naar de gemeenteraad gestuurd. De gemeenteraad had dus geen formele invloed of inspraak. Het college besloot of de ideeën rijp waren voor de volgende stap: de witboekfase.
In de witboekfase werkten de expertcomités concrete oplossingen uit, inclusief mogelijke consequenties. Deze voorstellen moesten voldoen aan randvoorwaarden die de gemeenteraad vooraf had gesteld. Zo moesten het minimabeleid en subsidies onder de 25.000 euro worden ontzien, was belastingverhoging niet aan de orde en stond de omvang van het ambtelijk apparaat niet ter discussie. De Chef de Dossier stelde uiteindelijk het witboek samen en toetste de inhoud aan de randvoorwaarden. Daarna keken de acht Chefs de Dossiers samen naar eventuele onderlinge tegenstrijdigheden in de witboeken en maakten een ‘centraal witboek’ dat recht deed aan de inbreng vanuit alle comités. Dit werd voorgelegd aan het gemeentebestuur, waarbij de gemeenteraad de beslissingsbevoegdheid had.
Aan het einde van het proces werd een bijeenkomst georganiseerd waarin de raad in gesprek ging met deelnemers van de bezuinigingsdialoog, om zo transparant mogelijk te zijn over de opvolging. Uiteindelijk namen het college van B&W en de raad het merendeel van de bezuinigingsvoorstellen over. Zo kon de gemeente Zeist bijna twee derde deel van de bezuinigingsopgave invullen.
In dezelfde periode begonnen ook andere gemeenten te experimenteren met manieren om burgers te betrekken bij hun begrotingsbeleid, vaak in het kader van bezuinigingen. Voorbeelden hiervan waren de gemeenten Barendrecht en Deventer. In 2015 en 2016 werd in vier Nederlandse gemeenten (Oldebroek Breda, Oss/Geffen en Emmen/Emmerhout) zelfs geëxperimenteerd met burgerbegrotingen; bij deze vorm van participatief begroten krijgen bewoners meer zeggenschap om publiek geld te verdelen over onderwerpen die zij gezamenlijk belangrijk vinden.
Meer weten over Participatief begroten
In 2010 en 2011 werd in gemeenten volop geëxperimenteerd met vormen van bewonersbudgetten en bezuinigingsdialogen, om burgers meer inzicht of invloed te geven op publieke geldbesteding. Voorbeelden hiervan zijn de eerder genoemde gemeenten Zeist, Barendrecht en Deventer. Bij deze eerste experimenten was de participatie nog vooral gericht op advisering; burgers mochten met de gemeenteraad meedenken over het opstellen en aanscherpen van de bestaande begroting.
Sinds 2015 krijgt ook de ambitieuzere ‘burgerbegroting’ voet aan de grond. Een burgerbegroting is een besluitvormend proces waarbij inwoners van een gebied of ‘gebruikers’ van een bepaald domein (bijvoorbeeld sport of cultuur) zélf bepalen welke onderwerpen en vraagstukken ze van belang vinden, waar ze in willen investeren, welke oplossingen en innovaties ze waardevol vinden en welke eindkeuzes ze maken. Burgers krijgen hiervoor toegang tot een budget dat een overheid voor het gebied (wijk, dorp) of onderwerp heeft vrijgemaakt.
In 2017 analyseerde burgerbegroting-expert Joop Hofman de eerste vijf lokale burgerbegrotingen die sinds 2015 in Nederland en België zijn opgesteld. Daarin kwam een aantal vaste onderdelen terug, dat volgens hem zou moeten gelden in iedere burgerbegroting:
- Aan het begin van ieder begrotingsproces bepaalden bewoners zelf over welke onderwerpen en vraagstukken zij het in het begrotingsproces wilden hebben.
- Vervolgens voerden zij met elkaar een rijk deliberatief gesprek, waarin zo veel mogelijk perspectieven aan bod moesten komen. Zij bespraken waar ze in wilden gaan investeren en welke oplossingen ze hierbij waardevol vonden. Ook onderzochten zij waar het gebied behoefte aan had, wat minder of anders kon en welke slimme uitvoeringsalternatieven er (nodig) waren.
- Hierna formuleerden de bewoners hun ideeën in een aantal prioriteiten: onderwerpen waar zij in de aankomende periode actie op wilden zien.
- Op basis van die prioriteiten bepaalden bewoners tot slot welke budgetkeuzes zij wilden maken: waar moest geld af en waar moest meer geld naar toe? De bewoners maakten hierover samen een keuze, die zij vervolgens voorlegden aan de gemeenteraad.
Het uiteindelijke budgetrecht ligt hierbij nog altijd bij de gekozen gemeenteraad. De raad kan met zijn budgetrecht dus naar eigen inzicht beslissen over bewonersbesluit. Hierdoor is het van belang om vooraf kaders op te stellen, zodat burgers weten waar de raad naar zal kijken.
Meer lezen
Lessen
- Maak duidelijk wat het doel is van het instrument burgerbegroting. En zorg dat je dat doel lokaal en inhoudelijk formuleert: wat wil je beter laten functioneren in je stad, wijk of dorp? Hiermee voorkom je dat de nadruk te veel komt te liggen op de burgerbegroting als instrument voor democratische vernieuwing en een partijpolitieke speelbal wordt.
- Zorg dat het college van B&W én de gemeenteraad nauw betrokken zijn bij de voorbereiding en inrichting van het proces. Geld ligt gevoelig - en de raad heeft budgetrecht. Maak daarom vooraf duidelijke afspraken met de raad over de kaders: welke zaken zijn wel of niet bespreekbaar om financieel aan te tornen? En wat wordt er gedaan met de opbrengst van de burgerbegroting?
- Betrek de bewoners ook bij de uitvoering van - overgenomen - voorstellen. Zo voorkom je dat de uitvoering alleen iets van de gemeente wordt én borg je dat de uitvoering tot stand komt op de manier die de bewoners voor ogen hadden.
Bronnen
De informatie op deze pagina is gebasseerd op de onderstaande bronnen.
Bronnen: Wat gebeurde er precies?
Bronnen: Meer weten over participatief begroten
Lees het volgende verhaal