Evaluatie en verantwoording
Nederland is een land van plannenmakers: goed in nieuwe dingen bedenken, minder goed in het daadwerkelijk uitvoeren, en slecht in terugblikken en verantwoording afleggen.
Vrijwel iedereen noemt leren en evalueren belangrijk, maar we nemen zelden de tijd om samen goed terug te kijken op participatieprocessen. Laat staan om daarover verantwoording af te leggen.
In het kort
Het burgerjaarverslag, wie kent het nog? Jarenlang moest elke gemeente er ieder jaar eentje maken om te rapporteren over de kwaliteit van dienstverlening en burgerparticipatie. Dat zou moeten leiden tot meer aandacht voor (de inzet en effecten van) burgerparticipatie en dienstverlening. Het bleek een worsteling. Rapporteren over dienstverlening lukte meestal nog wel. Rapporteren over burgerparticipatie bleek lastiger. Vaak werd uit de burgerjaarverslagen nauwelijks duidelijk wat burgerparticipatie eigenlijk was of zou moeten worden. En veel gemeenten hadden weinig tot geen informatie over hoe dat in de praktijk ging. Toen ook nog bleek dat er nauwelijks aandacht was voor de (vaak fraai vormgegeven) publicaties, werd het steeds meer een administratief corvee-klusje. Het instrument stierf langzaam een stille dood. In 2016 is de verplichting uit de gemeentewet geschrapt.
Wat gebeurde er precies?
“De burgemeester ziet toe op de kwaliteit van procedures op het vlak van burgerparticipatie”, stelt artikel 170 lid 1c van de gemeentewet. Om dat wat meer kracht mee te geven, bedacht de wetgever dat het goed zou zijn als de burgemeester daarover ook verantwoording zou moeten afleggen.
Daarom werd in 2002 werd tijdens de dualisering van het gemeentebestuur in dat artikel opgenomen dat de burgemeester tegelijk met de jaarstukken een burgerjaarverslag uitbrengt “waarin hij in ieder geval rapporteert over:
a. de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening;
b. zijn bevindingen over het eerste lid, onder c.” (dus over “de kwaliteit van procedures op het vlak van burgerparticipatie”).
Heel veel meer werd er over het burgerjaarverslag niet wettelijk voorgeschreven. Het doel was dat inwoners en raadsleden beter geïnformeerd werden en dat er verantwoording werd afgelegd. Kortom: door meer aandacht en transparantie betere participatie afdwingen.
De precieze inhoud, vorm en diepgang van het burgerjaarverslag mocht elke burgemeester zelf verzinnen. Velen worstelden daarmee: was het voor de raad of de burger en wat moest er eigenlijk in? Was het een communicatie-instrument, om vooral bewoners te laten weten hoe (goed) het ging? Of een kwaliteitsinstrument voor de raadsleden, om beter te werken aan de kwaliteit van dienstverlening en burgerparticipatie? Veel gemeenten maakten daarin geen duidelijk onderscheid. En sommige gemeenten hinkten op beide gedachten. Dat maakte het ingewikkeld om een goed verslag op te stellen.
Gaandeweg werd wel steeds gestructureerder over dienstverlening gerapporteerd. De meeste gemeenten hadden wel kwaliteitsnormen voor dienstverlening waarover (vaak via klantonderzoeken) kon worden gerapporteerd. Rapporteren over burgerparticipatie bleek en bleef lastiger. Gemeenten formuleerden zelden duidelijke doelen rond burgerparticipatie. Vaak bleek de informatie daarover beperkt tot informatie over verplichte inspraakprocedures en/of insprekers bij raads- en commissievergaderingen. Doordat veel gemeenten niet duidelijk hadden (of maakten) wat zij verstaan onder burgerparticipatie en daarmee wilden bereiken, was de informatieve waarde van burgerjaarverslagen wat dat betreft beperkt.
Daarbij groeide de twijfel of zo’n burgerjaarverslag de moeite waard was: werd het wel gelezen en benut? Zitten inwoners wel te wachten op zulk eenrichtingsverkeer? En (hoe) draagt dit bij aan verbetering van burgerparticipatie? Na enkele jaren werd in een flink deel van de burgerjaarverslagen niet meer gerapporteerd over burgerparticipatie. In 2009 kondigde de staatssecretaris aan de verplichting af te gaan schaffen, omdat het niet eenvoudig was gebleken burgers ervoor te interesseren. Prompt stopten diverse gemeenten met het burgerjaarverslag, hoewel dat formeel nog verplicht was. In 2014 concludeerde professor Klaartje Peters in een verkenning van de staat van de lokale democratie: “Het instrument burgerjaarverslag heeft niet gewerkt”. In 2016 is de verplichting uit de gemeentewet geschrapt en stierf dit instrument een stille dood.
Meer weten over Evaluatie en verantwoording
Het burgerjaarverslag is afgeschaft. En het blijft zoeken naar goede manieren om (de aandacht voor) leren, verbeteren en verantwoorden rond burgerparticipatie voor elkaar te krijgen. Al in 2004 bepleitte de Raad voor het Openbaar Bestuur een goede kosten-batenanalyse voor burgerparticipatie. Systematisch vergelijkend onderzoek naar (de effecten van) burgerparticipatie is echter nog altijd schaars. Uit diverse onderzoeken blijkt dat gemeenten nog altijd niet zo goed zijn in het evalueren van de participatietrajecten. Zo is een terugkerende conclusie uit onderzoeken van lokale rekenkamers naar burgerparticipatie dat meer aandacht nodig is voor leren en evalueren.
Inmiddels hebben veel gemeenten participatievisies opgesteld. Dat biedt een kapstok om gerichter te werken en ook terug te blikken. En nog altijd probeert de wetgever decentrale overheden met verplichtingen de goede kant op te noemen. Denk bijvoorbeeld aan de motiveringsplicht participatie die in artikel 10.7 van de omgevingswet is opgenomen: “Bij het vaststellen van een omgevingsvisie wordt aangegeven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.”
En in 2022 is de wet ‘Versterking participatie op decentraal niveau’ aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarmee wil het kabinet de betrokkenheid van inwoners versterken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid van hun gemeente, provincie of waterschap. De wijziging van de Gemeentewet maakt het mogelijk om de nu al verplichte inspraakverordening, die alleen gaat over de betrokkenheid bij de voorbereiding van beleid, te moderniseren en verbreden naar een participatieverordening, waarin ook betrokkenheid van inwoners bij de uitvoering en evaluatie van beleid moet worden geregeld (zie ook het verhaal over de Inspraakverordening)
Meer lezen
Lessen
- Om lessen te trekken en verantwoording af te kunnen leggen, moet je goed weten wat je doet en waarom je het doet. Sowieso kan participatie pas succesvol zijn als je het doel ervan expliciet maakt. En zo’n expliciet doel is uiteraard ook essentieel iets te kunnen zeggen over de effecten en effectiviteit van participatie.
- Te vaak maken we geen tijd en ruimte om te monitoren, leren en te verbeteren. Laat staan om dat samen met de participanten te doen. Spreek dus vooraf momenten af om even samen stil te staan. Verantwoording afleggen is niet iets waarmee je pas helemaal aan het eind van het traject begint. Ook tijdens een traject kan en gebeurt dat. Bij de start van een bewonersbijeenkomst vertel je wat er daarvoor is gedaan en na afloop vertel je hoe het verder gaat. En later laat je weten wat met alle inbreng is gebeurd. Verantwoording & evaluatie starten dus niet pas als het werk is afgerond. Het zijn dingen die je van begin af aan kunt doen en tot een logisch onderdeel van je werk kunt maken: bij het begin, bij de uitvoering en bij de afronding.
- Begin met het eind voor ogen. Je start een participatietraject om iets te bereiken. Welke informatie heb je nodig – en moet je dus gaan bijhouden - om na verloop van tijd te kunnen zien of het goed gaat? Er is geen gouden standaard. Je kunt zelf bepalen hoe je een evaluatie aanpakt. Bedenk vooraf wat je straks wilt weten en waarover je verantwoording zult moeten afleggen. Een aan wie. Hou de informatie die je daarvoor nodig hebt systematisch bij. Niet elke evaluatie hoeft groot en omvangrijk. Doe het proportioneel: een kleine regeling/onderwerp, kun je meestal ook klein (sober) evalueren. En, heel praktisch, vraag ook collega’s (van andere afdelingen) hoe zij leren en verantwoorden: leer van hun lessen en aanpakken. Beter goed gejat…
Bronnen
De informatie op deze pagina is gebasseerd op de onderstaande bronnen.
Bronnen: Wat gebeurde er precies?
Lees het volgende verhaal