Wat gebeurde er precies?
“Opeens stonden er mensen van bewonersplatform Hart voor de K-buurt op, rolden een spandoek uit en kondigden een participatiestaking af. Ze wilden dat het plein niet werd volgebouwd en vonden dat de plannen te veel met ‘the usual suspects’ waren gemaakt. Het was heel goed getimed, vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen”, aldus ambtelijk projectmanager Harry Wien.
Stadsdeel Amsterdam Zuidoost had samen met een bewonersadviesraad gezocht naar manieren om bij metrostation Kraaiennest meer woningen te realiseren en de openbare ruimte op te knappen. Het uiteindelijke plan bevat twee scenario’s. Daaruit mochten bewoners gaan kiezen. Maar die bewoners, verenigd in de groep Hart voor K-buurt*, waren enorm teleurgesteld in het participatieproces. Daarom riepen ze op 21 februari 2018 de buurt daarom op om niet te gaan stemmen op de ontwerpen. “De twee door het stadsdeel geboden opties komen niet voort uit de brede buurt en lossen niet de problemen van de buurt op waarvoor de buurt destijds de straat is opgegaan,” stelt Hart voor de K-buurt in het persbericht. Ze noemden het een schijnparticipatietraject en riepen op tot een participatiestaking. Ze wilden een echte stem en inclusieve processen.
Om mensen te bewegen toch een keuze te maken, stond het gemeentelijk projectteam K-midden vijf dagen op straat, werden in de wijk flyers en borden gezet en een slotbijeenkomst gehouden. Toch gaat maar een fractie van de buurtbewoners stemmen. In een eerste reactie stelde het stadsdeel Zuidoost dat 300 tot 400 mensen een keuze hadden gemaakt, maar dat bleek niet te kloppen. Het echte aantal lag onder de 200. De plannen bleken geen draagvlak te hebben. De participatiestaking was een groot succes.
Hart voor de K-buurt wilde zeker niet alleen maar klagen en had positieve ideeën hoe het anders en beter kan. Na de participatiestaking ging het roer om. De gemeente besloot bij deze gebiedsontwikkeling veel meer ruimte te geven voor cocreatie. Bewoners, of liever gezegd buurtprofessionals, waren in de lead. De eerste stap was een therapiesessie met ambtenaren en bewoners, om oud zeer uit te spreken. Wien vernieuwde een groot deel van zijn ambtelijk team, want: “Zo’n nieuwe manier van werken moet je doen met mensen die dit op zijn minst leuk vinden.” En ook belangrijk was volgens Wien de politieke rugdekking: zowel het stadsdeel als B&W steunen de nieuwe werkwijze.
Het was voor het stadsdeel even zoeken naar die nieuwe werkwijze. Wien: “We wilden een contract opstellen met afspraken over de samenwerking. Dat bleek een slechte weg en heeft veel tijd gekost. De taal van de juristen sloot niet aan bij de beleving van de bewoners. Na een jaar steggelen hebben we alles weggegooid en in een paar weken tijd de belangrijkste uitgangspunten in een afsprakenbrief gezet. Daarnaast werkten we op basis van onderling vertrouwen en transparantie.”
Uiteindelijk besloot de gemeente veel meer ruimte te geven voor cocreatie met bewoners in de lead. Er kwam een ontwikkelstrategie die ook gaat ook over het sociale leven en de economie, niet enkel de ruimtelijke ontwikkeling. De rollen werden omgedraaid, zodat de gemeente de bewoners hielp bij het realiseren van hun plannen, in plaats van dat de gemeente bewoners liet weten wat er met hun wijk ging gebeuren.
“In mijn buurt zijn veel mensen laaggeletterd”, vertelt Mike Brandjes, een van de initiatiefnemers van Hart voor de K-buurt. “Mensen met een migratieachtergrond doen nauwelijks mee aan van die praatsessies en participatie-avonden. De gemeente weet ze niet goed te bereiken." Hart voor de K-buurt wist de stille stem van bewoners te vinden, door gewoon naar ze toe te gaan. Brantjes: “Mensen uitnodigen voor bijeenkomsten in zaaltjes, dat werkt niet. Dan krijg je een zelfgeselecteerd publiek.” Daarom organiseerden ze het anders. Jongeren maken zelf video’s waarin ze vertellen hoe zij willen leven en wonen. Hart voor de K-buurt ging langs bij activiteiten van ondernemers, kerken, sleutelfiguren en culturele organisaties. En er waren barbecues onder de luifels van het metrostation en picknicktafels om in coronatijd in de buitenlucht te overleggen. Dat laatste laat zien hoe nieuwe vormen van participatie kunnen botsen met gemeentelijke regels, want handhaving ging hier eigenlijk niet mee akkoord. Ze zijn er toch gekomen en staan niet in de weg. “Het is een eerste stap naar een inrichting van de buitenruimte die meer past bij het DNA van de buurt”, zegt Brantjes.
Het leidde tot een ontwikkelstrategie die naast de ruimtelijke insteek ook gaat over het sociale leven en de economie. De K-buurt was blij met de 500 extra starterswoningen die in de ontwikkelstrategie zijn opgenomen. “Met dit plan is het ambitieniveau flink omhoog geschroefd”, zegt Brantjes. “Naast de meerwaarde voor de huidige bewoners heeft de K-buurt de potentie om de tweede kern van Zuidoost te worden.”
* K-buurt omdat de namen van de straten er voor het overgrote deel met de letter K beginnen.