Wat gebeurde er precies?
Het Noordenbergkwartier is nu een fijne woonbuurt in Deventer, met een middeleeuws stratenpatroon, pleintjes, stegen en de fraaie Kloostertuin. Dat was vijftig jaar geleden totaal anders. De buurt was toen volledig verpauperd. In 1976 was het zelfs een filmlocatie voor de oorlogsfilm A Bridge Too Far.
De gemeente Deventer deed sinds de jaren vijftig weinig meer tegen de verloedering. De gemeente wilde de hele buurt slopen en er kantoren en parkeerterreinen aanleggen. Als er een woning onbewoonbaar werd verklaard, kocht de gemeente die snel op. Begin jaren zestig werd in de gemeenteraad zelfs onomwonden gepleit voor "de snelle eliminering van het Noordenbergkwartier als woonwijk".
In 1974 ontstaat verzet. Een groep bewoners, kunstenaars en architectuurstudenten ging actievoeren, met als devies ‘Fortis Age’ (Handel Dapper). Directe aanleiding was de bouw van een groot politiebureau midden in de wijk, die het aloude stratenpatroon zou doorbreken. De groep probeerde hun medebewoners te mobiliseren met zelfgemaakte videoprogramma's over de gemeentelijke plannen.
Vervolgens werd de wijk door de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk aangewezen als ‘proeftuin voor de rehabilitatie’ omdat er “te weinig inzicht is in de problemen die zich bij de voorbereiding en de uitvoering van stadsvernieuwing kunnen voordoen. Via deze ‘proeftuinen’ wil men in de praktijk te weten zien te komen welke problemen zich zoal kunnen voordoen en wanneer. (...) Een door het rijk aangewezen wetenschappelijk instituut zal de komende tijd alles volgen en onderzoeken wat zich in het kader van de stadsvernieuwing in het Noordenbergkwartier voordoet.” schreef de regionale krant Tubantia in 1975.
De bewoners mochten tenslotte zelf de plannen van de gemeente herzien. Zij ontwierpen een alternatief 'wederopbouwplan' met betaalbare huurwoningen en buurtvoorzieningen. Met succes: het fraaie stratenpatroon is niet veranderd en na enkele jaren werden de eerste sociale nieuwbouwwoningen opgeleverd.
Helaas dreigde de nieuwbouw onbetaalbaar te worden. Nieuw beleid van de minister van Volkshuisvesting Beelaerts van Blokland, in 1979 uiteengezet in de brochure De buurtaanpak. Verbetering van oude buurten door en voor bewoners, betekende een doorbraak voor de wijk. Het Noordenbergkwartier was een van de drie Nederlandse wijken die van de Rijksoverheid geld kreeg voor de buurtaanpak. De wijk zou vier miljoen gulden krijgen. Dat werd acht miljoen gulden toen de twee andere wijken afvielen.
De buurt werd nauw betrokken bij de stadsvernieuwing, met een buurtbureau voor deskundige ondersteuning. Vier jaar later bleken de hooggespannen verwachtingen niet te zijn ingelost. In 1981 waren de grieven van buurt - het traineren door de gemeente van de wederopbouw, en verzet van woningbouworganisaties tegen democratisering van hun bestuursstructuur - vastgelegd in een zwartboek. Uiteindelijk wist de wethouder de meeste plooien glad te strijken.
In 1986 was de stadsvernieuwing voltooid. Van de oude bewoners kon zo'n 40% terugkeren in de wijk. Dat was en is een ongekend hoog percentage voor een stadsvernieuwingsproject in Nederland. Nu is het Noordenbergkwartier - om in makelaarstermen te spreken - een zeer gewilde woonbuurt, vlak naast het winkelcentrum en gelegen aan de IJssel.
Het politiebureau dat aanleiding was voor het buurtverzet is inmiddels afgebroken en vervangen door woningen en appartementen.