Hoofdmenu

Scriptieonderzoeken bij het Kennisknooppunt Participatie

15-04-2024
211 keer bekeken

Ook dit jaar zijn er weer afstudeerstudenten vanuit verschillende onderwijsdisciplines gestart bij het Kennisknooppunt Participatie. Via dit bericht brengen we je graag op de hoogte van de onderzoeken die zij zullen uitvoeren om bij te dragen aan de kennisontwikkeling op het gebied van participatie.

Lessen van lokale participatieverordeningen voor de Rijksoverheid

In dit onderzoek wordt er gekeken naar het wetsvoorstel ‘Versterking participatie op decentraal niveau’. Doel van deze wet is om betrokkenheid van inwoners bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid van hun gemeente, provincie of waterschap te versterken. Overheden stellen daar dan regels voor op in een ‘participatieverordening’. Zulke regels maken het voor zowel inwoners als de volksvertegenwoordiging helder hoe participatie mogelijk is.

Het onderzoek richt zich op wat de rijksoverheid kan leren van de door gemeenten opgestelde participatieverordeningen en hun ervaring hiermee, en of het voor de rijksoverheid (of onderdelen daarvan) meerwaarde heeft om zelf een participatieverordening op te stellen. Er wordt hierbij  gekeken naar ervaringen, succesfactoren en knelpunten van meerdere gemeenten bij het opstellen en hebben van een participatieverordening. Dit wordt aan de hand van een meervoudige casestudie gedaan in 6 gemeenten. 

Sarah Arends (bestuurskunde, Avans Hogeschool, ’s-Hertogenbosch)

 

 

Duurzaamheid: de kloof tussen intentie en actie

In dit onderzoek zal er gekeken worden naar de discrepantie tussen het hebben van duurzame intenties en het vertonen van daadwerkelijk duurzaam gedrag. Hierbij wordt er gekeken naar verschillende groepen in de Nederlandse samenleving.

Door middel van het uitzetten van een vragenlijst via het LISS-Panel en via het eigen netwerk, wordt een representatieve groep Nederlanders ondervraagd over hun achtergrond kenmerken en hun gedrag rondom reizen, wonen en eten en consumeren. Daarnaast wordt hen gevraagd naar hun intenties rondom duurzaamheid en hun kennis over klimaatverandering. Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen, helpt het als zoveel mogelijk mensen de vragenlijst van het onderzoek invullen. De vragenlijst duurt ongeveer 10 minuten en is volledig anoniem.

Dit onderzoek hoopt bij te kunnen dragen aan de kennis over welke duurzame gedragingen voorkomen, onder welke groepen en daarbij het begrijpen van de dynamiek tussen duurzame intenties en feitelijk duurzaam gedrag in Nederland. Dit kan mogelijk inzichten opleveren voor beleidsmakers over welke aanpassingen in beleid nodig zijn om duurzaam gedrag bij bepaalde bevolkingsgroepen te stimuleren.

Julia van den Brink (sociologie, Universiteit Utrecht)

 

 

De invloed van de Omgevingswet op participatie binnen de NOVEX-gebieden

In het programma NOVEX werken alle overheden samen aan een plan voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. Een specifiek onderdeel van de NOVEX is de aanwijzing van zogenaamde ‘NOVEX-gebieden’. Dit zijn gebieden die als gevolg van de nationale opgaven worden herbestemd  en/of ingrijpend worden heringericht. De Rijksoverheid wil daarbij als één overheid werken om de vaak ingewikkelde ruimtelijke puzzel te kunnen leggen met andere overheden, bedrijven, bewoners en andere belanghebbenden. Deze wens komt tot uiting in het derde hoofddoel van het NOVEX programma: ‘vernieuwen van de samenwerking in de (uitvoerings)relatie met provincies én in gebieden’.

Sinds 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht. De Omgevingswet is één wet die alle wetten voor de leefomgeving bundelt en moderniseert. Dit onderzoek richt zich op het effect dat de invoering van de Omgevingswet heeft op participatie binnen de NOVEX-gebieden.

Het onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van interviews. Die afgenomen worden binnen de NOVEX-gebieden die het meest relevant zijn voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De vragen zullen gericht zijn op de ervaring(en) met participatie voor en na de invoering van de omgevingswet en hoe ‘participatie’ geïnterpreteerd wordt binnen de verschillende NOVEX-gebieden.

Uiteindelijk hoopt dit onderzoek bij te dragen aan het opleveren van informatie en kennis over participatie binnen de Omgevingswet op rijksniveau. Dit zou kunnen bijdrage aan het verbeteren van samenwerking en participatie binnen het programma NOVEX.  Het kan ook informatie over participatie bieden aan beleidsmakers waarvoor de Omgevingswet nog onbekend terrein is.

Tess Nijhof (bestuurskunde, Saxion Hogeschool, Deventer)

 

 

Overheidscommunicatie onder de loep - de onzichtbare stem zichtbaar

Met een nieuw Nationaal Burgerberaad Klimaat in zicht, is een belangrijke taak weggelegd voor de overheid als het gaat om het verbeteren van de representativiteit en inclusiviteit. Burgers die veel participeren (de zogenaamde ‘usual suspects’) zijn doorgaans wit, hoger opgeleid en man. Daartegenover bestaat er een grote groep burgers die de overheid slecht bereikt, denk bijvoorbeeld aan laaggeletterden, mensen met een migratieachtergrond en ouderen. Dit onderzoek heeft tot doel te achterhalen welke barrières de Rijksoverheidscommunicatie met tegenkomt in het bereiken van bepaalde bevolkingsgroepen, en hoe dit de betrokkenheid van specifiek mensen met een migratieachtergrond bij het Nationaal Burgerberaad beïnvloedt. Tevens poogt dit onderzoek handvatten te bieden hoe de Rijksoverheid haar communicatie toegankelijker kan maken naar groepen burgers die zij vandaag de dag veelvuldig niet bereikt.

Er zullen interviews worden afgenomen met mensen met een migratieachtergrond en communicatieadviseurs van de Rijksoverheid. Tevens zal gebruik worden gemaakt van contentanalyse, waarbij de communicatie van het burgerberaad uit 2006 zal worden geanalyseerd, evenals de communicatie van de “Zet ook de knop om”-campagne om uitspraken te kunnen doen over hoe de Rijksoverheid communiceert.

Felice Blaauw (publiek management, Erasmus Universiteit, Rotterdam)

 

 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen