Titel
Lessen van lokale participatieverordeningen voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Onderzoeksvraag
Wat kan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat leren van de ervaring van gemeenten met het opstellen en hebben van een participatieverordening, en hoe kan het ministerie hiermee haar participatiebeleid verbeteren?
Samenvatting
Het wetsvoorstel ‘Wet versterking participatie op decentraal niveau’. Deze wet beoogd inwonersbetrokkenheid bij lokaal beleid te vergroten. Overheden stellen hiervoor regels op in een ‘participatieverordening’. Zulke regels maken het voor inwoners en volksvertegenwoordiging helder hoe participatie mogelijk is. Voor het onderzoek is gekeken wat ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kan leren van de ervaringen, succesfactoren en knelpunten van 6 gemeenten bij het opstellen en hebben van een participatieverordening, om haar eigen participatiebeleid te verbeteren. Aan de hand van een meervoudige casestudie zijn de ervaringen, succesfactoren en knelpunten van 6 gemeenten bij het opstellen en/of hebben van een participatieverordening onderzocht. Uit de ervaring van gemeenten zijn lessen getrokken waar het ministerie van kan leren voor haar eigen beleidsvorming rondom participatie.
Uit de analyse van de meervoudige casestudie komt naar voren dat het opstellen van een – in gevallen van gemeenten – participatieverordening duidelijkheid schept. Het instrument heeft als doel om duidelijkheid en structuur rondom participatie te verbeteren. Het is daarmee een signaal naar de binnenwereld en buitenwereld waar de gemeente voor staat en gaat. Het brengt de participatiemogelijkheden en – rechten op één overzichtelijke plek. Een rijksbreed participatiebeleid kan bijdragen aan een transparante en toegankelijke overheid. Dit beleid moet niet alleen op papier staan, maar ook daadwerkelijk geïmplementeerd worden binnen de organisatie, wat vraagt om betrokkenheid, cultuurverandering en vakbekwaamheid. De juridische verankering van de participatieverordening zorgt ervoor dat gemeenten zich verplicht voelen deze na te leven, met bijbehorende consequenties bij niet-naleving. Dit versterkt de participatie en biedt medewerkers een houvast. Echter, de Nationale Ombudsman waarschuwt dat regelgeving alleen niet voldoende is; er moet intrinsieke motivatie en actie vanuit de overheid zijn om effectief participatiebeleid te realiseren.
Het onderzoek komt met een aantal aanbevelingen:
- Zet in op het organisatorisch ontwikkelproces
Het effectief implementeren van beleid valt en staat bij de organisatie. Daarom is het advies bij het opstellen van nieuw participatiebeleid, om de organisatie te betrekken.
- Overweeg juridische verankering van participatieregels- en afspraken
Verder is het advies om een verdiepend onderzoek te doen naar de noodzaak voor juridische verankering van participatieregels- en afspraken. Hierbij moet de participatiebereidheid van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in kaart gebracht worden. Vervolgens kan er onderzocht worden of consequenties nodig zijn voor de effectieve implementatie van participatiebeleid, of dat het een kwestie van doen is. Hebben medewerkers de intrinsieke motivatie om zich aan het beleid te houden, of is er extrinsieke motivatie nodig door middel van gevolgen?
- Onderzoek de behoefte naar een helderheid omtrent participatie
Uit de analyse van de meervoudige casestudie komt naar voren dat het opstellen van een – in gevallen van gemeenten – participatieverordening helderheid geeft.
In dit onderzoek is de huidige situatie in kaart gebracht en zijn er verbeterpunten gegeven, het kan relevant zijn om een grondige evaluatie uit te voeren van het participatiebeleid.
Uit het onderzoek ‘Burgerparticipatie op nationaal niveau, een juridische en empirische verkenning’ bevelen de onderzoekers een rijksbrede aanpak voor participatie aan (Blok et al., 2023). Het advies is om te onderzoeken of hier niet alleen binnen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, maar ook rijksbreed behoefte aan is.
- Overweeg het vastleggen van informele vormen van burgerparticipatie
Uit het onderzoek ‘Burgerparticipatie op nationaal niveau, een juridische en empirische verkenning’ (Blok et al., 2023) blijkt dat er bij de rijksoverheid ruimte is voor verbetering bij zowel formele als informele participatievormen, waarbij meer nadruk moet komen op informele manieren van participatie die gericht zijn op beleidsbeïnvloeding.
Het vastleggen van deze vormen zorgt ervoor dat de organisatie scherp krijgt welke informele vormen er momenteel zijn binnen het ministerie, en dat inwoners weten dat ze hieraan mee kunnen doen.
Meer informatie
Deze scriptie is geschreven door Sarah Arends.
Vraag deze volledige scriptie aan door contact op te nemen met het Kennisknooppunt Participatie.
Neem contact op via het contactformulier