Titel
De rol van ambtenaren als spin in het participatieweb
Onderzoeksvraag
Op welke wijze beïnvloedt de rolperceptie van een ambtenaar de mate waarin de kwaliteitscriteria bijdragen aan diens gepercipieerde kwaliteit van een participatietraject?
Samenvatting
Deze scriptie onderzoekt de invloed van rolpercepties van ambtenaren op de mate waarin zij kwaliteitscriteria bij vinden dragen aan de kwaliteit van een participatietraject. Er zijn tijdens dit onderzoek drie rolpercepties aangehouden. Allereerst is er de bureaucraat, die belang hecht aan neutraliteit en het volgen van regels. Ten tweede is er de ondernemer, die belang hecht aan ondernemend gedrag en innovatie. Als laatste is er de netwerker, die belang hecht aan netwerkend gedrag.
Via een enquête zijn deze rolpercepties opgehaald bij respondenten. Driekwart van de respondenten heeft ‘de netwerker’ als dominante rolperceptie en het overige kwart heeft ‘de ondernemer’ als dominante rolperceptie. Opvallend is dat ‘de bureaucraat’ bij geen van de respondenten dominant is, omdat neutraliteit en het volgen van regels ook in participatie een rol kunnen spelen. Dat ‘de netwerker’ bij de meeste respondenten dominant is, is te verklaren door het feit dat faciliterende partijen bij participatie sowieso een vrij netwerkende rol op zich nemen. Partijen moeten samengebracht worden, wat een netwerkende houding vereist. ‘De ondernemer’ is vooral via het innovatieve gedrag te verklaren, omdat participatie bij veel organisaties nog iets nieuws of innovatiefs kan zijn.
Vervolgens is aan de hand van interviews bij respondenten uitgevraagd in hoeverre ze kwaliteitscriteria vinden bijdragen aan de algehele kwaliteit van een participatietraject. De kwaliteitscriteria die hiervoor zijn gebruikt zijn: een ondersteunende filosofie, het tijdig en juist betrekken van belanghebbenden, de relevantie van belanghebbenden, duidelijke doelen en of deze samen met deelnemers zijn opgesteld, welke participatiemethoden zijn ingezet, hoe de facilitering van participatiebijeenkomsten is verlopen en welke eigenschappen een facilitator zouden moeten hebben, het gebruik van lokale en wetenschappelijke kennis en institutionalisering. In hoeverre de verschillende rolpercepties de kwaliteitscriteria bij vinden dragen aan kwaliteit, verschilt niet heel sterk. De ‘netwerkers’ vinden de criteria over belanghebbenden sterker bijdragen, wat te verklaren is vanuit de netwerkende rol en daarmee het betrekken van deelnemers. De ‘ondernemers’ vinden het criterium over methoden sterker bijdragen, hier kunnen namelijk innovatieve participatiemethoden ingezet worden.
Het onderzoek komt met een aantal aanbevelingen:
- Gebruik de rolpercepties om inzicht te krijgen in de preferente werkstijl van personeel.
- Gebruik de rolpercepties bij werving van personeel, door daarmee een specifieker kandidaatsprofiel op te stellen.
- Besteed meer aandacht aan de institutionalisering van een participatietraject, zodat opgedane kennis niet verloren gaat.
- Verzorg een weerbaarheidstraining voor ambtenaren die in contact komen met inwoners.
- Verhoog het participatiebewustzijn van organisaties.
Meer informatie
Deze scriptie is geschreven door Lotte van Tilburg.
Vraag deze volledige scriptie aan door contact op te nemen met het Kennisknooppunt Participatie.
Neem contact op via het contactformulier