Titel
Motieven en middelen voor macht en medezeggenschap: Een vergelijkend casusonderzoek naar de redenen voor participerende burgers om mee te willen en kunnen doen op verschillende niveaus van participatie
Onderzoeksvraag
Welke factoren leiden ertoe dat burgers willen en kunnen participeren en in hoeverre verschilt de aanwezigheid van die factoren per niveau van participatie?
Samenvatting
De scriptie heeft als doel om het empowerment model voor burgerparticipatie te verdiepen door te onderzoeken welke factoren ertoe leiden dat burgers willen en kunnen participeren en in hoeverre de aanwezigheid van die factoren verschilt per niveau van participatie. De onderzoeksvraag is beantwoord door middel van bestaande literatuur en een vergelijkend casusonderzoek waarbij drie casussen van een participatieproces zijn geselecteerd: De Meanderende Maas tussen Ravenstein en Lith, het Singelpark in Leiden en Stichting WIJD in Deventer. Deze casussen bevinden zich in het domein ruimtelijke inrichting en op schaalniveau lokaal tot regionaal, maar verschillen op het niveau van participatie.
Uit de resultaten van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat er zowel een aantal overeenkomsten zijn tussen participanten op alle niveaus, als enkele verschillen. In grote lijnen zijn de motieven en middelen van burgers gelijk op elk niveau van participatie. De factoren met betrekking tot een gevoel van eigenaarschap over het vraagstuk, een wil om de eigen leefomgeving te verbeteren, de verwachting competent genoeg te zijn om te participeren en dat participatie tot resultaten leidt, cultureel kapitaal en het ervaren van steun bij buurtgenoten, waren bij alle vormen van participatie van belang. Toch bestaan er enkele verschillen die suggereren dat het type participant per vorm van participatie verschilt. Zo is er onderscheid tussen de uitvoerders in Leiden en de andere vormen van participatie in dit onderzoek, bestaat er verschil tussen enerzijds meedenkers en uitvoerders en anderzijds bestuurs- en werkgroep leden aan de andere kant, en is er verschil in het participatieniveau bij initiatief bij de overheid en initiatief vanuit de samenleving. Uiteindelijk blijken er desalniettemin weinig verschillen te zijn tussen hogere en lagere niveaus van participatie wat betreft de redenen voor de desbetreffende burgers om te willen en kunnen participeren.
Tot slot zijn er vier concrete aanbevelingen opgesteld om het empowerment model te verdiepen:
- Onderzoek hoe de factoren om te willen en kunnen participeren zich onderling tot elkaar verhouden en elkaar beïnvloeden.
- Maak in het empowerment model een onderscheid tussen een persoonlijk en een algemeen belang en het verschil in aanwezigheid per participatieniveau.
- Onderzoek de plek die de houding richting de overheid inneemt binnen de redenen waarom burgers willen participeren in het empowerment model.
- Onderzoek het effect van eerdere ervaringen van burgers met participatie op hun motivatie om in de toekomst te participeren.
Meer informatie
Deze scriptie is geschreven door Tom Geukemeijer.
Vraag deze volledige scriptie aan door contact op te nemen met het Kennisknooppunt Participatie.
Neem contact op via het contactformulier